Vele handen

Manufacture […] converts the labourer into a crippled monstrosity, by forcing his detail dexterity at the expense of a world of productive capabilities and instincts; just as in the States of La Plata they butcher a whole beast for the sake of his hide or his tallow. — Karl Marx, Das Kapital, Chapter 14

In april 2013 stortte het Rana Plaza in, een willekeurig fab­rieks­ge­bouw in Dha­ka maar nu een naam die in de geschiede­nis van Bangladesh staat gegrift. De dag ervoor was al duidelijk dat er iets mis was, er onston­den scheuren in de muren. De winkels op de begane grond had­den hun deuren dan ook al ges­loten. Waarom kwa­men de medew­erk­ers van de kled­ing­fab­rieken toch naar hun werk? Het lijkt alsof ze zijn ged­won­gen door hun baas, maar kun je duizen­den mensen zoi­ets opleggen als ze het echt niet willen? Waarschi­jn­lijk lieten hun eigen finan­ciën hen ook niet veel keus: niet werken betekent geen geld en als ik word ontsla­gen zijn er voor mij 10 anderen. Een pre­caire posi­tie, die meer dan 1000 mensen het lev­en kostte. De plek van de ramp is nu een gapend gat tussen twee andere gebouwen. Er staat een mon­u­ment dat is opgericht door een linkse groeper­ing. De hamer en de sikkel doen een beet­je te poli­tiek aan, maar tegelijk zijn de gebalde vuis­ten een krachtig gebaar van woede.

De kledingin­dus­trie in Bangladesh is gigan­tisch en zal de komende jaren nog veel grot­er wor­den. De meeste pro­duc­tie is voor de export. Het grote con­cur­ren­tie voordeel dat het land heeft, zijn de lage min­i­mum­lo­nen. Hier­door kun­nen fab­rieken mensen (vee­lal vrouwen) lat­en werken voor een slaven­loon­t­je, ter­wi­jl ze zich pre­cies aan de regels houden. Dit is niet af te schuiv­en op indi­vidu­ele fab­rieks­man­agers, zij zit­ten mid­denin het sys­teem waar­bij de grote West­erse merken steeds goed­kopere pro­duc­tie eisen. Onder­tussen is Human Rights Watch niet blij.

Na Rana Plaza moesten deze merken natu­urlijk iets doen om hun ima­go nog enigszins te red­den. Dit resul­teerde in fab­rieksin­spec­ties om te con­trol­eren of eigenaren zich aan de regels hield­en; vooral wat betre­ft de vei­ligheid van het gebouw en de werk­plekken. Maar de inspec­ties kijken ook of de medew­erk­ers een stem kun­nen hebben, bijvoor­beeld door­dat er een vak­bond is.

Hammer and Sickle

Vak­bon­den hebben in Bangladesh een slechte naam, omdat ze bij­na alti­jd poli­tiek gek­leurd zijn. De lei­ders trekken zich weinig aan van de leden en spe­len wat cor­rupte spel­let­jes met de over­heid om aan de macht te bli­jven. Als West­erse organ­isaties dan aankomen met ‘de fab­riek moet een vak­bond hebben’, is er al gelijk een communicatieprobleem.

Maar er zit nog een dieper gevoel achter, en dat is groot wantrouwen vanu­it het man­age­ment naar de medew­erk­ers. Dit is niet onge­grond; ik denk dat medew­erk­ers weinig loy­aliteit zullen hebben voor een bedri­jf dat hen alleen maar het min­i­male geeft. Dit blijkt ook wel uit de hoge doorstroom van mensen. Dat is een van de din­gen waar de pro­jecten waar wij naar keken iets aan proberen te doen. In de fab­riek op de foto’s zijn ze bijvoor­beeld begonnen met exit-gesprekken voor mensen die willen vertrekken. Zo wordt duidelijk wat hun rede­nen zijn, en soms wordt de sit­u­atie ver­be­terd zodat ze toch nog blijven.

Garment Factory

Wij kwa­men niet om de fab­rieken te inspecteren, maar om een eval­u­atie te doen van de train­ing die de man­agers hebben gehad. De eerste asso­ci­atie die ik had toen we bin­nen­stapten, was eigen­lijk mijn eigen ervar­ing in de doos­jes-fab­riek. De effi­ciën­tie van het pro­ces heeft een soort schoonheid, waar­bij je een lap stof in mum van tijd omge­toverd ziet wor­den in een ingepakt t‑shirt met een pri­jskaart­je eraan. Maar de tak­en van een indi­vidu zijn zo beperkt dat je als medew­erk­er niet meer bent dan een machine. Het is let­ter­lijk geestdo­dend, zie het citaat van Marx hierboven.

In deze twee weken heb ik vooral posi­tieve din­gen gezien, en jonge man­agers die weten dat een goede band met hun medew­erk­ers ook goed is voor het bedri­jf. Onder­tussen is het ook duidelijk dat de duizen­den mensen die onze kleren in elka­ar zetten geen makke­lijk lev­en hebben. Ik denk dat het hypocri­et is om de fab­riek­seigenaren in Bangladesh de schuld te geven van deze sit­u­atie. Uitein­delijk wil de con­sument goed­kope kleren, en willen de West­erse merken de winst opstrijken. Je zou er com­mu­nist van worden…

De foto’s in de fab­riek zijn gemaakt door Abu Ala Hasan, de con­sul­tant met wie ik de eval­u­atie deed.

Reacties

  1. wow, die foto van jou, dat je daar rond­loopt! Fan­tastisch!!! Je ziet er heel bek­waam uit, en hele­maal in je rol.

  2. Inter­es­sant en ver­rassend stuk. Voor wie of wat moest je dat eigen­lijk evalueren?
    Of com­mu­nist wor­den accept­abel is, hangt wel wat af van de economis­che en maa­trschap­pelijke con­text, dus het land waar je woont en de sit­u­atie daar.

    1. Bedankt! Ik werk sinds een half jaar bij een onder­zoeksin­sti­tu­ut hier in Chatham. Daar werk ik mee aan ver­schil­lende pro­jecten. Dit is een con­sul­tan­cy opdracht van DFID (UK Aid) — het eval­ueren van dit fonds: TGVCI.

Reageren is niet mogelijk.