Op dierendag hoorde ik het Wakker Dier spotje over ‘eet-geen-dieren dag’. Voor mij is vegetarisch eten een belangrijk onderdeel van het streven naar geweldloosheid. Hierover schrijven is een kwetsbare aangelegenheid, omdat de grote meerderheid van de mensen deze overtuiging niet deelt terwijl het in mijn leven heel centraal staat. Ook kunnen vegetariërs moralistisch overkomen; Thieme noemt dit het ‘verwijt van morele superioriteit’. De schrijver van het boek dat ik nu aan het lezen ben, vindt dat juist geen enkel probleem. ‘De vrolijke veganist’ gaat over veganisme, het niet consumeren van dierlijke producten (vlees, melk, eieren, leer, enz.). Van den Berg stelt onverbloemd dat veganisten in hun dieetkeuze moreel superieur zijn aan vleeseters:
Het argument dat vleeseters alleen vlees zouden eten om zich niet moreel verheven te voelen boven anderen is even krom als: “Ik moet mijn vrouw wel slaan. Anders ben ik moreel verheven boven mensen die dat niet doen.” Veganisten zijn een empathisch sensitieve voorhoede.
Hoe mensen met dieren omgaan, wordt bepaald door de reikwijdte van hun morele cirkel. De uitgangspositie is vaak dat ethiek gaat over mensen, omdat die een rede hebben en verschil kunnen maken tussen goed en kwaad. Vroeger vielen bijvoorbeeld vrouwen en zwarte mensen buiten de morele cirkel, omdat ze verondersteld werden geen rede (of ziel) te hebben. Vrouwen mochten niet stemmen en met zwarten kon je doen wat je wilde. Voor veel mensen vallen dieren nu in deze categorie. Er is echter veel voor te zeggen om de grens van de morele cirkel te leggen bij het vermogen tot lijden. Dit wordt biologisch bepaald door de aanwezigheid en complexiteit van het centrale zenuwstelsel. Planten hebben dit bijvoorbeeld niet en gewervelde dieren juist in hoge mate.
Net als het vrouwenstemrecht en de afschaffing van de slavernij, is de emancipatie van dieren een voorbeeld van morele vooruitgang, zoals Donald Watson, oprichter van de Engelse Vegan Society, schreef:
We can see quite plainly that our present civilization is built on the exploitation of animals, just as past civilizations were built on the exploitation of slaves, and we believe the spiritual destiny of man is such that in time he will view with abhorrence the idea that men once fed on the products of animals’ bodies.
Niet iedereen die morele status heeft, is ook een morele actor. Baby’s en mentaal gehandicapten kunnen niet stemmen, maar vallen wel binnen de moraal. Je zou dieren ook in deze groep kunnen plaatsen. De manier waarop er op het moment in Europa met dieren wordt omgegaan, is voor mij in ieder geval niet acceptabel. De enorme bio-industrie die na de Tweede Wereldoorlog op gang is gekomen, behandelt dieren als productie-eenheden. De maatregelen op het gebied van dierenwelzijn vallen altijd binnen het economische paradigma en raken niet aan het fundamentele probleem.
Met deze blog heb ik geprobeerd een inleiding te geven op de ethiek achter mijn overtuiging. De morele cirkel zoals ik die heb beschreven, wordt in de breedte door hedendaagse filosofen onderschreven. Het valt me op dat dat vegetarisme zich niet beperkt tot één wereldbeeld. Floris van den Berg is in Nederland een notoire atheïst. Adolf Hitler was een vegetariër. Gandhi en Marianne Thieme zijn er voorbeelden van dat een vegetarische levensstijl past binnen het zorgen voor de schepping en het herkennen van God in alle levende wezens. Voor mij duidt het erop dat voor iedereen die erover nadenkt dieren een serieuze plek in de morele cirkel innemen, een plek die hun economisch nut overstijgt.
*
Bronnen:
- Floris van den Berg, De vrolijke veganist: Ethiek in een veranderende wereld (2013)
- Donald Watson, The Vegan News, first issue (1944)