Op de geboortedag van Charles Darwin wil ik een boek bespreken dat ik vooral om de ondertitel ben gaan lezen: Living with God and Darwin. Om me heen heb ik altijd veel mensen gehad die leven met God, en anderen die leven met Darwin. Maar het heeft een beetje ontbroken aan mensen die zowel gelovig zijn als thuis in de evolutiebiologie. De schrijver van dit boek is is wel zo iemand. Hij heet Charles Foster en het boek heet The Selfless Gene.
Darwin, de man uit Kent die zich toelegde op het fokken van duiven om zijn wetenschappelijke ideeën uit te werken. Evolutie was in die tijd al het gangbare model in de biologie. Darwins bijdrage was het idee van natuurlijke selectie. Gedwongen tot publicatie doordat A.R. Wallace onafhankelijk tot een vergelijkbare theorie was gekomen, verzamelde hij zijn aantekeningen in 1859 onder de titel On the origin of species by means of natural selection. Darwin had geen kennis over genetica, en kon dus niet uitleggen hoe erfelijkheid precies werkte. Dit kreeg vorm aan het begin van de twintigste eeuw, ook in combinatie met oude publicaties van de geneticus Mendel (1866).
Natuurlijke selectie vindt plaats doordat er genetische variatie is. Deze variatie komt onder andere door mutaties en seksuele voortplanting. Als een organisme hierdoor een eigenschap krijgt die het voordeel geeft in de ‘struggle for life’, heeft het een hogere overlevingskans en hiermee een grotere kans om deze eigenschap door te geven aan zijn nageslacht.
Foster geeft een overzicht van de geschiedenis van het creationisme, de veelal Amerikaanse stroming die een schepping in 7 keer 24 uur en een jonge aarde propageert. Vervolgens noemt hij Richard Dawkins, de profeet van de natuurlijke selectie. Met zijn boek The Selfish Gene heeft hij bij het grote publiek een beeld van evolutie neergezet dat door de meeste wetenschappers niet wordt onderschreven. Hem een ‘Darwiniaanse fundamentalist’ noemen is onterecht, want Darwin heeft herhaaldelijk aangegeven dat modificatie niet alleen door natuurlijke selectie wordt veroorzaakt (zoals in het citaat hierboven).

Source: www.bizarro.com
Creationisten zijn een makkelijk mikpunt voor Dawkins, omdat ze de wetenschap niet serieus nemen. Alle fossielen, alle organismen die nu leven, wijzen consistent op een evolutionaire beweging. Er is wetenschappelijk debat, zoals op elk terrein, maar de wilde theorieën van de creationisten vallen duidelijk niet onder die categorie: Er is nog nooit een creationistisch peer-reviewed artikel gepubliceerd. Ik vind het eerlijk gezegd schandalig dat ons tijdens het EH-Basisjaar haarfijn werd uitgelegd hoe de aardlagen zijn ontstaan door de zondvloed. Morrelen aan de waarheid is geen christelijke houding. Het brengt schade toe aan het imago van christenen in het algemeen.
De conclusie van de auteur is dat de creationisten en Dawkins het vooral erg met elkaar eens zijn. Beiden geloven in één simpel idee dat alles verklaart. Beiden zijn er ook van overtuigd dat de theorie van evolutie door natuurlijke selectie het bestaan van God uitsluit. Met hun goed verkopende publicaties houden ze elkaar in stand.

Source: Don Addis
Foster gaat verder met een bespreking van het wetenschappelijke bewijs voor en tegen de twee posities. En passant wordt de Intelligent Design theorie verklaard tot vermomd creationisme. Een hoofdstuk over altruïsme geeft de eerste ingrediënten voor het betoog van dit boek: Natuurlijke selectie is, hoewel de sterkste, niet de enige kracht in de evolutie. Er is ook een kracht die samenwerking en gemeenschap bevordert. Toenemende complexiteit betekent bij alle organismen toenemende co-operatie; binnen het individu en tussen individuen.
Hierna volgt een (voor mij iets te) uitgebreid hoofdstuk over de uitleg van Genesis 1 met referenties als Origenes en Calvijn. Het idee dat creationisme een centrale plaats heeft in de christelijke leer is een recente opvatting.
In het tweede deel van het boek worden de meer interessante vragen behandeld. Wat zegt het over God dat Hij de wereld heeft gemaakt met behulp van natuurlijke selectie? En hoe kijken we naar onszelf, wat maakt ons morele wezens? Deze blog is al veel te lang, dus dat komt volgende week.
Interessant. Ik heb nog een klassieker voor op dat gebied.Van prof. J. Lever van de VU.
Hield in 1968 radiolezingen over schepping en evolutie. Gebundeld in “Waar blijven we?”, een bioloog over de wording van deze werkelijkheid.
Leuk! Ben benieuwd naar het vervolg.
Hoera voor dit boek
en voor deze blog!
mooi en ook van belang voor de discussie rond trade en aid. Trade past bij de natuurlijke selectie, aid bij de cooperatie?
Wow, wat een interessant verhaal! Als bioloog kom ik nogal eens in dit soort discussies terecht. Ik ben benieuwd naar deel twee.