Urban chameleon
Geniepig waggelt deze kameleon, zo groot als Maaikes onderarm, over de punten van de poort. Achter zo’n onnozele, schele hoofd gaat een meedogenloze moordenaar schuil. Als onze oren de doodschreeuw van bromvliegjes konden horen, dan zou het in deze tuin niet zo stil en vredig meer zijn. Bij ieder windvlaagje dat opsteekt maakt hij een paar snelle stappen, om dan weer stil en onopgemerkt te blijven zitten. Of is het hangen? Tijdens zijn tocht over de poort weet hij met z’n elastische kleeftong zo’n 6 vliegjes te verrassen. In serene stilte.
Het sociale leven van dit oranje beest gaat volledig aan mijn trage verstand voorbij. Ik ben ook slechts een rurale mensen-socioloog en niet gekwalificeerd om vogeltjes te doorgronden. Maar waarom hij in vredesnaam de hele dag achter z’n vrouwtje aanvliegt, tikkertje speelt, vaste rondjes vliegt, knetterhard aan het tetteren is, en van uitkijk-tak naar uitkijk-tak vliegt zonder eens af en toe een moment rustig te reflecteren op z’n oranje bestaan, dat snap ik niet. Ook snap ik niet dat ik hem op een of andere manier wel op de foto heb weten te krijgen.
Qua levenstempo kan ik me erg goed identificeren met een kameleon. Maar onderschat hem niet: deze vriend heeft een missie. Ik zag Grover (gefingeerde naam) al helemaal rechts in de tuin, toen hij rustig aan het chillen was, maar opeens zette hij het op een lopen. Binnen 5 minuten had hij de volgende boom bereikt, en mezelf afvragend wat de haast kon zijn keek ik om me heen. En jawel, daar zat een andere kameleon in de boom helemaal links. Hij was nu 4 bomen verder, en samen met Sammy, de tuinman, begon ik te speculeren over de aard van de missie. Liefde, dachten wij. Grover bereikt de een na laatste boom, de takken schommelen heftig in de wind, hij zet een sprintje in en na 10 minuten is hij er. De andere kameleon probeert zich te verstoppen. Speelt ze hard to get? Nee! Ze is een hij, en een kleinere hij, en de kleine hij maakt dat ie weg komt. Sammy en ik kijken verbouwereerd hoe het romantische epos ontmaskerd wordt als dierlijk egoïsme.
Het is niet zo dat er een kuiltje in de weg zit. Of dat er een plasje water ligt. Of dat er een heleboel modder op de weg ligt. Er is geen weg, er is alleen maar modder en water, en een heleboel mensen doen net alsof dat helemaal niet zo is. De man op de voorgrond is mijn taxi chauffeur, die mij voor 1 euro in ongeveer een uur naar de stad rijdt. De bestuurder van de auto rechts moet zijn grote geloof bekopen met een middagje in een modderbad. Wij zouden dit meteen ‘vertraging’ noemen, en er stevig op mopperen. Hier gebeurt het tegendeel, de sfeer is goed, aan beide kanten van de ‘radier’ verschijnen kraampjes waar mensen rondhangen, even wat snacken, een beetje rum drinken. Mensen staan in het diepste punt van de blubber even stil, pakken een smartphone en grijnzen triomfantelijk in de lens. Het dagelijkse hoogtepunt van mijn forensenbestaan.
erg gave fotos!
Mooi!