Waar ligt de moeilijkheid in het leven met God en Darwin? Als we het aan Darwin zelf vragen, geeft hij in het citaat hierboven een duidelijk antwoord: Natuurlijke selectie lijkt een proces te zijn dat drijft op verspilling, wreedheid, lijden, en de vernietiging van het zwakke. Ichneumonidae zijn sluipwespen; zij leggen hun eitjes in larven van andere insecten waarna de jonge sluipwesp zijn levende gastheer van binnenuit opeet. Als we ervan overtuigd zijn dat God zowel goed als almachtig is (wat dus wel een voorwaarde is voor dit probleem), rijst de vraag levengroot op: Heeft God de wereld geschapen met gebruik van een methode die per definitie ingaat tegen zijn eigen natuur? Over die vraag uit het boek van Charles Foster gaat dit bericht.
Het is niet voor iedereen vanzelfsprekend dat het lijden van dieren een probleem is. Je kunt namelijk onderscheid maken tussen voelende (sentient) en bewuste (conscious) wezens. De eerste categorie zou alleen losse pijnlijke ervaringen hebben, terwijl de tweede groep ‘echt’ lijden kan ervaren. Nu komt er steeds meer bewijs voor bewustzijn bij bepaalde diersoorten. Maar zelfs als we alleen onszelf een bewustzijn toeschrijven, blijft het moreel verwerpelijk om een dier pijn te doen. Als er dus een kans is dat God dit heeft gedaan in de evolutie, is er wel degelijk een probleem.
Het is een variant van het probleem van het lijden; in het bijzonder het lijden van moreel onschuldigewezens. Het boek The Problem of Pain van C.S. Lewis wordt vaak aangehaald door Foster. Bijvoorbeeld als hij noemt dat de zondeval niet de oorsprong kan zijn geweest van dit lijden. Miljoenen jaren voordat mensen op het toneel verschenen was pijn en dood al onderdeel van de natuur, en dus zelfs van ons ontstaan.
Mogelijke oplossingen voor het probleem zijn allemaal erg antropocentrisch: Lijden is nodig voor de vrije wil, God lijdt mee met de schepping, pijn beschermt ons, geen pijn is geen vreugde. Charles Foster blijft erbij dat God, vooral in de manifestatie van Jezus, dood en lijden niet acceptabel vindt en dus nooit verantwoordelijk kan zijn voor het ontwerp van de sluipwespen.
Een nadere blik op natuurlijke selectie laat volgens de auteur zien dat het maar één intrinsiek element heeft dat niet strookt met het karakter van Jezus: De enorme zelfzucht van organismen. Dood wordt bijvoorbeeld pas nodig als de ecologische niches en hulpbronnen uitgeput raken. De natuur is een mix van schoonheid, angst, vreugde en pijn. De stelling van Foster is dat de natuur ook wemelt van samenwerking en altruïsme. Hij roept biologen op om deze verschijnselen eens niet weg te redeneren met theorieën als kin/group selection. Als altruïsme eenmaal bestaat, kan het inderdaad voordeel opleveren en dus worden doorgegeven via natuurlijke selectie. Maar de fundamentele vraag die je hierbij kunt stellen is hoe het voet aan de grond kon krijgen. Hier zou een kracht naast natuurlijke selectie aan het werk kunnen zijn.
Dit meer genuanceerde beeld van evolutie past binnen de traditioneel christelijke opvatting over de natuur: Het is een “essentially good thing twisted.” Het egoïsme in de evolutie is een productie van de kwade macht, in de Bijbel en de Koran aangeduid als Satan. God is niet de auteur van het kwaad. Hij laat het wel toe, en daarmee is de vraag misschien alleen maar verschoven.
Verder dan deze verschuiving zullen we nooit komen vrees ik. Het betekent niet dat God een onverschillige toeschouwer is van het lijden. Vanuit zijn christelijke geloof wijst Foster op Jezus die deel is geworden van zijn schepping, en het kwaad overwonnen heeft door zichzelf onzelfzuchtig op te offeren. Met zijn opstanding is een nieuwe schepping begonnen. Wat ik dan niet begrijp is waarom Jezus na zijn opstanding vis eet, terwijl predatie in de nieuwe schepping niet meer aan de orde zou zijn (de wolf naast het lam, etc).
Darwin vond het lastig om te leven met God en zichzelf. De gruwelen die zich dagelijks afspelen in de natuur brengen mij ook niet direct in extase over een scheppende God. Het bovenstaande probeert iets hiervan te ontrafelen, zonder dat dit kant-en-klare antwoorden oplevert. Wat nog is blijven liggen zijn Fosters ideeën over het ontstaan van de moreel bewuste mens. Daar wil ik later nog een (stam)boom over opzetten.
interessant en ingewikkeld! Ben benieuwd naar je (stam) boom over de morele mens!