Groeien in ecodorp Zuiderveld

Zondag op Zuiderveld. Het regent al de hele dag, en Y. zit zich met zijn drie jaar stier­lijk te verve­len. Maar hé, loopt daar een vriend­je buiten? Daar, nog een. Snel trekken we jas en laarzen aan, en jawel, de regen blijkt even gestopt te zijn. De wadi, de grote kuil mid­denin de tuin, staat vol met water.

Ons ecodorp ligt aan de rand van een nieuw­bouwwijk. Het bestaat uit drie rijt­jes met huizen, die in een U‑vorm om de tuin heen staan. Er zijn zow­el wonin­gen met 2 verdiepin­gen als apparte­menten. We wonen hier met zo’n 60 vol­wasse­nen en 30 kinderen. Alles is sociale huur. Er is een gemeen­schap­pelijke ruimte, de Ger­linde, met een keuken en meerdere ver­gaderzalen. En er is een logeerkamer die iedereen kan reserveren voor gasten.

Bij de wadi bli­jven de kinderen toe­stromen. Bin­nen een paar minuten staan er zo’n tien met stokken, stukken hout en emmers in en om het water. Het is glib­berig; zo af en toe gli­jdt er iemand onderuit. Mod­der, daar hebben we hier in het ecodorp genoeg van. Toen we een jaar gele­den begonnen, was er niets anders. Inmid­dels is de tuin al heel mooi, maar moet er ook nog veel gebeuren.

En dat geldt ook voor de rest van ons lev­en hier. Het opbouwen van een gemeen­schap kost tijd. Door de beperkin­gen op groeps­bi­jeenkom­sten kost het nog veel meer tijd. Soms lijkt de gemeen­schap net zo spri­etig als de boom­p­jes die de gemeente om ons heen heeft geplant. De tak­en die moeten gebeuren en de beslissin­gen die we moeten nemen, kun­nen zwaar wegen. Maar we staan fier overeind als de wind weer over de wei­lan­den raast.

Miss­chien is het belan­grijk­ste dat ik heb geleerd op Zuiderveld wel domweg door­mod­deren. Accepteren dat je soms uit­gli­jdt en mod­der op je kleren kri­jgt. Dat houdt me dicht bij de grond, dicht­bij de aarde. In plaats van te dromen over een idylle, geni­et ik van de har­monie van elke dag. Elke spon­tane ont­moet­ing in de Ger­linde, elke klus die samen geklaard wordt, en elke zondag­mid­dag die eindigt met nat­te voeten, is het bewi­js dat de gemeen­schap leeft.

Reacties

  1. Zo leuk dat we nu weten hoe jul­lie erbij zit­ten daar! Door­mod­deren ja…

    1. Mooie wijze woor­den in de laat­ste alinea.
      De schri­jver van Spreuken zegt in hfdst 3: “De wegen van de wijsheid zijn lieflijk, al haar paden zijn vredig.”

Reageren is niet mogelijk.