Oeps, mijn voet glijdt iets te ver weg. Snel zet ik een grote stap. Met mijn handen onder zijn oksels probeer ik Y. in evenwicht te houden. Hij bungelt boven de modderpoel die voor mij enkeldiep is. De rugzak die hij om heeft, maakt het niet makkelijker. Het was zijn idee om die mee te nemen, dus we hebben er rijstwafels en water in gedaan. Aldus toegerust zijn we onderweg gegaan naar het bos — een landgoed vlakbij Oosterhout, op 5 minuten fietsen van ons huis.
Het pad wordt weer wat steviger en Y. loopt voor me uit, op zoek naar de schapen. “Come sheep!” en warempel, het schaap kuiert onze kant op. (Ik praat met Y. Engels, misschien uit nostalgie?) Hij is 2 jaar oud en het is voor hem heel normaal om planten, dieren en voorwerpen te groeten. Na een gesprek met het schaap rent hij weer verder naar de bosrand.
Het is niet vreemd dat hij altijd meer energie heeft dan ik; hij heeft net een slaapje gedaan, terwijl ik dringende e‑mails aan het beantwoorden was. Ik ben al een paar weken moe, vooral in de weekenden. Drukte hoort erbij als je een baan en een kind hebt, en taken binnen het ecodorp. Maar ik kan er soms niet meer overheen kijken.
Waar ik nog wel overheen kan kijken is het fluitenkruid; de laatste hindernis die we moeten nemen. Samen waden we door de explosie van groen en wit het bos in. Het bos! Er is zoveel te zien en te doen. Even zitten we op het pad, om te luisteren naar de bomen. Yann heeft een stokje met modder en tekent op mijn gezicht. We rennen weer verder. We balanceren op een omgehakte boom en kijken naar de pissebedden. Ik ga zitten op een zijtak, en Y. verzorgt de picknick. Hij doet zelf de tas open. “Like a drink?”
Ik ben nog steeds moe, maar voor het eerst op deze dag voel ik het in mijn lichaam. De gedachten die de hele dag door mijn hoofd tollen, zijn verstikt door de wirwar van brandnetels, braamstruiken, rottend hout, paddenstoelen en zwevende insecten. De frustratie over langzame processen, de stress over een deadline, de dingen die ik eigenlijk nog moet regelen — de wind die in de bomen fluistert, waait het uit mijn hoofd.
Ik ben geland in de echte wereld, middenin de jaarlijkse uitbraak van grenzeloos optimisme. De levenskracht stroomt uit de aarde en duwt de tere groene blaadjes uit het donkere hout. Een Pinksterkracht. Y. is er deel van zonder erover na te denken. Het is prachtig om hem zo zelfstandig bezig te zien, volop in contact met al het leven. Als we bemodderd wegfietsen is zijn laatste groet voor de brandnetels: “Sleep tight, nettles”. Ik heb mijn lesje buitenspelen weer geleerd.
Lieve Maaike,
Dank voor je inspirerende en eerlijke blog! Je vertelt niet alleen hoe je zelf weer nieuwe energie hoe kon krijgen door deel te zijn van de natuur. Je bent zo ook een inspiratie voor anderen om uit gef