Een dagje wetenschap in november

It was on a dreary night of November, that I beheld the accomplishment of my toils. With an anxiety that almost amounted to agony, I collected the instruments of life around me, that I might infuse a spark of being into the lifeless thing that lay at my feet. It was already one in the morning; the rain pattered dismally against the panes, and my candle was nearly burnt out, when by the glimmer of the half extinguished light, I saw the dull yellow eye of the creature open. It breathed hard, and a convulsive motion agitated its limbs. — Mary Shelley – Frankenstein (1818)

Omdat er hier niet veel bij­zon­dere din­gen gebeuren, en onze weten­schap­pelijke acties nog niet tot tafer­e­len als hier­boven hebben geleid, schri­jf ik van­daag een stuk­je over ons kalme dagelijkse lev­en­t­je. De dag begint alti­jd het­zelfde: met een beschei­den miauwt­je van Ivan die zijn ocht­end­knuffels komt halen. Zijn lievel­ingsplek hier­voor is op het hoofd van de slaperige mensen, wat niet alti­jd even com­fort­a­bel is. Maar het is toch gezel­lig om wakker te wor­den met een snor­rende en kop­jes gevende kat. Bij het ont­bi­jt wor­den we weer gecon­fron­teerd met het duidelijk inferieure Britse brood. Lekker ste­vig donker brood is er niet bij; ook de meest volko­ren vari­anten bli­jven sop­pig aan­voe­len. Wellicht vin­den we in onze lat­ere speur­tocht­en nog beter brood, en anders wen­nen we er vast wel aan. De sinaas­ap­pel­marme­lade is dan wel weer heerlijk.

Fred­dy hopt op de fiets naar zijn werk­plek. Dat is zo’n 10 minuten fiet­sen, met een ste­vige helling op en een­t­je naar bene­den. Het fiet­sen hier is weer een ver­haal apart, een actueel nation­aal ver­haal zelfs. Afgelopen week zijn 2 pro­fes­sionele fiet­sers, los van elka­ar, door een auto geschept toen ze in hun vri­je tijd fiet­sten. De vraag was gelijk of ze een helm op had­den – blijk­baar is de auto­mo­bilist niets te ver­wi­jten als de fietser zo dom was om geen helm op te doen. De algemene opinie is dat fiet­sen in de UK heel gevaar­lijk is, en dat auto’s gewoon over je heen rij­den. Ik fiets alleen het vaste rit­je naar de bib­lio­theek, gewoon op de autoweg, en dat bestaat vooral uit auto’s in de gat­en houden en zor­gen dat ze je niet raken.

Ter­wi­jl Fred­dy aan het werk is, heb ik de hele dag om vrij in te vullen. Vorige week heb ik mijn scrip­tie afgerond, en daarmee heb ik nu mijn MSc af! Dat is heer­lijk, en creëert tegelijk een hoop lege tijd. Ik ben nu vooral bezig met vaca­tures zoeken om een beet­je geld te gaan ver­di­enen. De bib­lio­theek is nu het cen­trum van mijn uni­ver­sum, want daar kun je gratis inter­net­ten (thuis hebben we voor­lop­ig nog geen inter­net, omdat we nog geen bankreken­ing hebben). En daar zijn alle­maal boeken die ik nog niet ken.

Op loopaf­s­tand van ons huis, en mid­den in de winkel­straat (‘High Street’, net als in Wagenin­gen) staat de kerk St. Mark’s, een Angli­caanse kerk. Hier zeg je niet ‘Angli­caans’ maar ‘Church of Eng­land’. We hebben er al heel ver­schil­lende dien­sten meege­maakt. Afgelopen week­end was het Remem­brance Sun­day, doden­her­denk­ing. Mil­i­tairen in uni­form en met vlaggen kwa­men naar de kerk gemarcheerd. De dienst was heel geor­dend en cer­e­monieel. Dit in tegen­stelling tot de week ervoor, toen de dienst een afs­luit­ing was van de kinder­week voor kinderen uit de buurt met een hoop activiteit­en en vooral het vertellen aan de kinderen dat ze waarde­vol zijn en dat God alti­jd van ze houdt. Die dienst eindigde met de pas­tor in het straf-wc-hok­je, balorig rollen wc-papi­er het podi­um op gooiend. Het gevoel van bei­de zonda­gen is een gemeente die betrokken is op de stad en graag iets wil bij­dra­gen. Er is bijvoor­beeld ook een voed­sel­bank. In Gilling­ham is veel armoede, veel mensen hebben schulden en komen niet rond, ook veel psy­chis­che prob­le­men. De bap­tis­tenge­meente deelt elke dag maalti­j­den uit aan 150 dak­lozen! Dat vind ik best wel schokkend, want ik stel me alti­jd van die naargeestige wijken voor als het over dak­loze mensen gaat. En dit stad­je ziet er aller­schat­tigst uit. Wel­come to the real world…


Aan het einde van de dag komt Fred­dy weer thuis, door het donker inmid­dels. We koken een lekker prak­je, steken wat kaarsjes aan of ver­schuiv­en alle meubels voor weer een nieuwe indel­ing van de kamer – al naar gelang de energien­iveaus. En dan gaan alle lam­p­jes uit en gaat iedereen lekker slapen. Sssst…

Bron: Dier en nu, Eck­hart Tolle en Patrick McDonnell

Reacties

  1. jij… een kaarsje…in jouw klein hoekje…werkeloos…
    Vri­jwilliger­swerk misschien?

Reageren is niet mogelijk.