Met de hond aan de lijn loop ik langs de slootkant. Een statige zwaan drijft midden in de sloot en bekijkt Maus met argusogen. Even verderop steekt een kat de straat over. We lopen verder en komen langs frisgroene treurwilgen en een groepje meerkoeten die met hun verschrikte gefladder grote kringen maken in de vijver. Ik kijk met mijn ogen, Maus met zijn neus; het lawaai van de meerkoeten leidt hem niet af van zijn speurtocht. Als ik de wijk uitloop, strekken de weilanden zich voor me uit. Een paar koeien staan traag te kauwen.
Er is nogal wat te doen rondom de Nederlandse koeien op het moment. Nadat het melkquotum in 2015 werd afgeschaft, hebben melkveehouders hun bedrijven flink uitgebreid, waardoor er meer mest werd geproduceerd. Teveel mest is schadelijk voor het milieu; daarom is er een Europese norm voor de hoeveelheid mest die een land mag produceren. Boeren met veel grasland vallen in Nederland onder een uitzonderingsregel, waarmee ze meer mogen bemesten dan de norm.
Nu er zoveel meer koeien zijn gekomen en het mestoverschot toeneemt, heeft Brussel gewaarschuwd dat deze uitzonderingsregel kan worden ingetrokken. De reactie van de Nederlandse overheid was om alle melkveehouders te verplichten om terug te gaan naar het aantal dieren dat ze hadden in 2015. Dit geldt ook voor de bedrijven die hun mest wel kwijt kunnen op hun eigen grond, de zogenaamde ‘grondgebonden’ bedrijven. Duizenden koeien worden geslacht of naar het buitenland verhandeld. Al vijfhonderd boeren hebben hun bedrijf moeten opgeven.
Biologische boeren hebben geen baat bij de maatregel, omdat ze geen gebruik maken van de regeling om meer te bemesten. Toch moeten ook zij hun veestapel verkleinen. Wakker Dier voert actie om de gedwongen slacht van biologisch gehouden koeien onder de aandacht te brengen. De verontwaardiging is misschien enigszins selectief: melkkoeien worden over het algemeen na hun zesde levensjaar al geslacht, omdat ze dan minder melk gaan geven. Als veganist vind ik dat een even zinloze dood als de massale slachting die nu plaatsvindt.
Toch is het goed om stil te staan bij de dood van alle melkkoeien in Nederland, biologisch of niet, die door de overheid nu als ‘overbodig’ worden gezien. Het is een uitwas van vreemd zwalkend beleid, en het verdriet om dit zinloze lijden kan dierenactivisten en veeboeren dichter bij elkaar brengen. De verhouding tussen deze twee groepen in Nederland is op zijn zachtst gezegd moeizaam te noemen. Vorig jaar was er bijvoorbeeld de rel rond Marianne Thieme en een kippenboer in Waddinxveen. Ik vind dat jammer, want een dialoog levert veel meer op dan scheldpartijen over en weer.
De spagaat van de boeren is dat ze een mooi familiebedrijf draaiende willen houden, maar ook het dier in zijn waarde willen laten. Jonathan Safran Foer heeft wat mij betreft de kern te pakken in zijn boek Dieren eten:
Uiteindelijk gaat het bij de huidige manier van vee houden niet om het voeden van mensen, maar om geld. Dat kan ook niet anders, tenzij er op juridisch en economisch gebied radicale veranderingen plaatsvinden.
Als het alleen nog maar om geld gaat, wordt het dier een product. En je hoeft geen veganist te zijn om aan te voelen dat een koe anders in elkaar zit dan een legopoppetje dat uit de fabriek rolt. Juist boeren weten dat hun dieren geen dingen zijn, maar als ze geen goede prijzen krijgen voor hun producten omdat de consument rekent op hun goedkope pak melk en stukje vlees, lijkt schaalvergroting de enige manier om het hoofd boven water te houden. De afhankelijkheid van de markt maakt het leven zwaar voor zowel de boeren als de dieren die ze houden.
Ik zou heel graag zien dat dierenactivisten en boeren proberen om meer begrip voor elkaar te krijgen, in plaats van de ander direct in een hokje te stoppen. Juist in deze moeilijke tijd hoop ik dat we elkaar kunnen vinden in het verdriet om de dood van zoveel prachtige dieren.