Er zijn veel redenen om geen vlees te eten, die stuk voor stuk geldig zijn: De impact op het milieu, een eerlijke voedselverdeling, je eigen gezondheid… Maar ik wil vandaag naar het morele principe kijken: Is het slecht om een dier te doden en op te eten? Hierin komen onvermijdelijk een aantal elementen terug uit mijn eerdere stuk over Koeienethiek.
Moord breekt de ziel
Het lijkt erop dat iedereen het slecht vindt om dieren doden. Toen Tinkebell jaren geleden bekend maakte dat ze haar kat had gewurgd en er een handtas van had gemaakt, was het land te klein voor de verontwaardiging die losbarstte. Een selectieve verontwaardiging, waar de 6 miljoen nertsen in Nederland waarschijnlijk niets van gemerkt hebben.
Laten we ons even concentreren op het feit dat mensen meestal met afschuw reageren als ze geconfronteerd worden met geweld tegen dieren. Tolstoj geeft hier in zijn essay ‘The First Step’ ook voorbeelden van. Hij bezoekt een slachthuis, iets dat vleeseters naar mijn idee te weinig doen. Hij spreekt een aantal slagers, die toegeven dat ze medelijden hebben met de dieren die ze doden, maar er niet onderuit komen omdat ze hun werk moeten doen. Tolstoj:
This is dreadful! Not the suffering and death of the animals, but that man suppresses in himself, unnecessarily, the highest spiritual capacity—that of sympathy and pity toward living creatures like himself—and by violating his own feelings becomes cruel. And how deeply seated in the human heart is the injunction not to take life!
Doodslag gaat in tegen onze moraal: ‘U zult niet doden’. In de Harry Potter boeken wordt dit op een mooie manier beschreven. De slechte tovenaar, Voldemort, wil onsterfelijk worden en heeft daarom zijn ziel in stukken verdeeld. Maar hij kon dit alleen doen door een moord te plegen. Als je iemand doodt, beschadigt je ziel en zul je nooit meer helemaal heel worden. Dit is niet zozeer een straf, maar een natuurlijk gevolg.
Wie zullen we niet doden?
Hoe kunnen we bepalen voor welke levende wezens het ‘u zult niet doden’ geldt? In de huidige maatschappij gaan veel mensen ervan uit dat moreel handelen zich beperkt tot (verrassing…) mensen. Dat is tenminste mijn indruk als ik door de supermarkt loop, of langs de McDonald’s. Maar in de filosofie is er al eeuwenlang een beweging die dit onderscheid ongegrond vindt. Jeremy Bentham schreef in 1789 een beroemde passage over de scheidslijn tussen dingen en wezens:
The day may come, when the rest of the animal creation may acquire those rights which never could have been withholden from them but by the hand of tyranny. The French have already discovered that the blackness of the skin is no reason why a human being should be abandoned without redress to the caprice of a tormentor.
It may come one day to be recognized, that the number of the legs, the villosity [hairiness, MH] of the skin, or the termination of the os sacrum [bone at base of spine, MH], are reasons equally insufficient for abandoning a sensitive being to the same fate. What else is it that should trace the insuperable line? Is it the faculty of reason, or, perhaps, the faculty of discourse? But a full-grown horse or dog is beyond comparison a more rational, as well as a more conversable animal, than an infant of a day, or a week, or even a month, old. But suppose the case were otherwise, what would it avail? the question is not, Can they reason? nor, Can they talk? but, Can they suffer?
Elk wezen dat het vermogen heeft om te lijden, is zich ervan bewust dat het wordt gedood. Daarom kan ik zonder wroeging de spinazie in reepjes snijden, maar komt het niet bij me op om er een kipfiletje bij te bakken. Net als iedereen probeer ik goed te leven, en als christen betekent dat ‘Heb God lief, en heb uw naaste lief als uzelf’. Iemand niet dood maken is de meest basale vorm van naastenliefde.
Zinloos lijden
Natuurlijk zijn er ook in deze ethiek dilemma’s. Stel je voor dat een ernstig verzwakt, uitgehongerd kind dezelfde kip als enige potentiële voedselbron zou hebben. Als het kind zou overlijden, zouden haar dromen over de toekomst worden afgekapt. De kip zou ook lijden als ze wordt gedood, maar omdat zij minder zelfbewustzijn en toekomstperspectief heeft, is het minder slecht om de kip te slachten dan om het kind te laten sterven. Deze overwegingen maken we dus niet op basis van diersoort, maar op basis van de zwaarte van het lijden. En dat verschilt per persoon en per dier.
In de dagelijkse praktijk van ons Westerse leven is het veel minder ingewikkeld. Het eten van dieren is nergens voor nodig omdat we zoveel voedingsmiddelen hebben om uit te kiezen. Dat maakt het lijden dat zich dagelijks voltrekt in de veehouderij volstrekt overbodig. In deze situatie vind ik het slecht om een dier te doden en op te eten.
Wat vinden jullie? Is het geluk of lijden van een dier relevant? Ik neem aan dat er vleeseters zijn onder de lezers van deze blog, en ik ben benieuwd naar jullie visie op de verhouding tussen mens en dier.
Bronnen:
- Jeremy Bentham, 1789. An Introduction to the Principles of Morals and Legislation, Chapter XVII.
- Leo Tolstoy, 1892. The First Step
Het is wel zo dat veel dieren zo geschapen zijn dat ze alleen kunnen overleven als ze dierlijke medeschepselen opeten. En dan gaat het niet altijd om zwakke, zieke of oude exemplaren die het sowieso niet zouden redden. Misschien kan je nog eens reflecteren op de vraag waarom het immoreel zou zijn dat mensen dieren voor eigen consumptie doodmaken,terwijl dit voor dieren onderling niet geldt. Dus even afgezien van de andere redenen waarom het een goed idee is om geen of in elk geval veel minder vlees te eten.
Wat goed, dat je over dit onderwerp blijft schrijven! Het is een buitengewoon complex onderwerp, waarbij filosofie, ethiek, biologie, politiek en economie door elkaar spelen. Je gebruikt argumenten uit die velden door elkaar: onvermijdelijk, omdat al die argumenten met elkaar samenhangen.
Ik breek graag een lans voor het eten van vlees. Waarom? Vooral omdat we ervoor gemaakt zijn: ons gebit, ons spijsverteringskanaal en onze moleculaire huishouding duiden erop dat we omnivoren zijn: alleseters. Om nog even in de biologie te blijven: het ene wezen dat het andere dood is een volstrekt natuurlijk verschijnsel. Daarom vind ik het doden van een dier niet intrinsiek slecht.
Even een zijspoor: de scheidslijn tussen ‘wezens’ en ‘dingen’ is van een meer filosofische orde: er zit iets in, maar het blijft glad ijs. Er zijn steeds meer onderzoeksresultaten die erop wijzen dat planten met elkaar communiceren en sterk reageren op wat er met ze gebeurt. Niet dat ik een plant daarmee een bewustzijn wil toekennen, maar de scheidslijn tussen ‘wezens’ en ‘dingen’ is voor mij te dun om een standpunt mee te verdedigen.
Terug naar de hoofdlijn: een unieke eigenschap van de mens is dat we boven onze biologie kunnen uitstijgen. We zouden dus de keuze kunnen maken om geen vlees te eten. Argumenten die je noemt zijn o.a. de impact op het milieu, de eigen gezondheid en een eerlijkere verdeling van voedsel op de wereld. Deze hebben volgens mij niet te maken met het eten van vlees op zich, maar eerder met de belachelijke overconsumptie van vlees in de Westerse wereld. Dát is in mijn ogen het probleem dat opgelost moet worden.
Idealiter gaan we terug naar de situatie toen vlees nog een luxegoed was, wat hooguit eens in de week in beperkte hoeveelheid geconsumeerd werd. Wat denk je ervan?
P.S. Over de alternatieven voor vlees weet ik weinig: misschien kun je daar nog eens een blog aan wijden. Ik ben vooral benieuwd wat de impact zou zijn als de hele wereld nu zou overschakelen op alternatieve eiwitbronnen. Hebben we daar bijvoorbeeld genoeg landbouwareaal voor? En wat is de klimaatimpact van dit hypothetische scenario?
aantrok = aantrof
Tja, ethiek is en blijft heel lastig. Ik heb gisteren een regenworm die ik in een net gekochte pot van een sierplant aantrok, voorzichtig opgepakt (met een schepje) en in de tuin op vochtige zwarte aarde gezet; maar de grote aantallen naaktslakken die mijn peterselie en maggiplant aan het milimeteren zijn, die lok ik met een schoteltje bier richting hun dood.
In beide gevallen gaat het meer om mijn geluk en lijden dan om die van hen beng ik bang.
Maar jouw vraag is uiteraard zeer relevant…dus blijf vooral doorschrijven en ons helpen nadenken,