Gisteren hebben wij ons begeven op het glibberige pad van het Ecotoerisme. Zoals u weet, doe je Ecotoerisme niet voor je lol maar voor De Planeet. Gelukkig was het dan ook niet grappig en vooral niet al te interessant. Eerlijk gezegd zou ik Blijdorp aanraden boven dit park, daar zijn meer dieren en het heeft bovendien een speeltuin. Maar dat is dan weer geen Ecotoerisme.
We waren in het drukst bezochte stukje oerwoud van Madagascar. Voor degenen die niet zo bekend zijn met het principe van Ecotoerisme (ga u schamen): Het idee is dat mensen zich in groepjes in De Natuur begeven om de daar levende dieren de gelegenheid te geven ook eens aan toerisme te doen. Idealiter bent u uitgerust met stevige wandelschoenen, dito rugzak en een camera met minimaal 20 cm aan lens. Dit is echter niet verplicht, daar ik zonder dit al ook werd toegelaten.
Eenmaal in het bos werden we al snel opgemerkt door een groepje Indri’s (de lokale aap). Hun gids voorzag hen van achtergrondinformatie: “Een mensenpaar, zo te zien nog zonder jongen. Deze soort heeft een draagtijd van negen maanden en de jongen blijven tot hun 18–20e jaar bij de familie. Er is geen afgebakend paringsseizoen, waardoor deze handeling op elk moment in het jaar valt waar te nemen.”
Ja, het is vernederend om zo biologisch uitgekleed te worden. Maar onverdroten ging de gids verder: “De soort is omnivoor in de meest letterlijke zin van het woord – alles wat voedzaam lijkt, mooi verpakt is of waar je achteraan kunt rennen wordt tot het menu gerekend.”
U zult begrijpen, ik stond op het punt om de gids in de rede te vallen. Dat ik dit niet deed kwam door een gepast besef van onze positie in het geheel – hebt u ooit een salamander in de Rivièrahal zijn eigen informatiebordje zien bijwerken?
Af en toe signaleerden we een familie Amerikanen, die dit vertoon van doorgeslagen emancipatie zeer wisten te waarderen. Vol bewondering keek de vader op naar de gids, die hun gezinsleven zo uitmuntend beschreef. Een verlate regendruppel ketste op zijn wang uiteen en gleed als een traan van ontroering naar beneden. Toen hem een hamburger werd aangeboden, aarzelde hij niet en zette gretig zijn tanden in de lekkernij. Zijn vrouw en kinderen bleven schuchter in de struiken staan.
Dit was werkelijk een professioneel staaltje Ecotoerisme, omdat op deze manier de mannetjes-Amerikaan goed bekeken kon worden. Intelligent als we zijn, haalden wij natuurlijk onze neus op voor zulke trucjes, wat door de gids werd uitgelegd als angst. Inmiddels luisterde ik al niet eens meer naar het dier, aangezien de meeste informatie die hij gaf beledigend dan wel ronduit onjuist was. Zoals ik al zei, we deden het bepaald niet voor onze lol.
Maar Ecotoerisme vergt nu eenmaal offers van een mens. Het zorgt voor een geheel nieuw perspectief op het imbroglio van onze beschaving. Men krijgt ook weer het gevoel dat men deel uitmaakt van Het Grote Geheel en dat is dan wel weer zeer verheffend. In de wetenschap een goede daad te hebben verricht, liepen wij aldus tevreden het park weer uit.